Bij zakelijke verkoop
Auto's die zakelijk gekocht worden zijn de zogenaamde BTW-auto's. Deze auto's zijn BTW plichtig op het moment van verkoop. De BTW wordt berekend over de verkoopwaarde van de auto minus de rest-BPM.
Bij het opmaken van de factuur zal dus de rest BPM bekend moeten zijn. Voor de verkopende partij is het financieel interessant om de rest BPM zo hoog mogelijk te krijgen. Immers, het bedrag waarover de BTW moet worden afgedragen wordt eerst verminderd met de rest BPM. Hoe hoger de rest BPM, hoe lager het bedrag is waarover BTW moet worden berekend. Houd er rekening mee dat de BPM berekend wordt op basis van het BPM percentage geldend op het moment van de eerste tenaamstelling! Of dit in Nederland of in het buitenland was is niet relevant. Zie de website van de belastingdienst voor een histories overzicht.
Een voorbeeld:
Een auto wordt verkocht voor 10.000 euro. De rest BPM is 3.000 euro, er moet nu dus over 7.000 euro BTW worden berekend á 19% is 1.118 euro. Uiteindelijk is er na deze transactie 10.000 minus 1.118 BTW = 8.882 euro verdiend.
Zou deze ondernemer de rest BPM op 3.500 euro hebben kunnen krijgen door een andere methode van afschrijven te gebruiken dan zou de rekensom er zo uitzien:
Een auto wordt verkocht voor 10.000 euro. De rest BPM is 3.500 euro, er moet nu dus over 6.500 euro BTW worden berekend á 19% is 1.038 euro. Uiteindelijk is er na deze transactie 10.000 minus 1.038 BTW = 8.962 euro verdiend.
Dit is dus 8.962 minus 8.882 = 80 euro méér. Misschien niet de moeite waard bij één auto. Heeft deze ondernemer echter een wagenpark van 1000 auto's, dan is dit een significant bedrag!